Twee leden voor Raad van Toezicht | Trinamiek

Taken en verantwoordelijkheden

Twee leden van de Raad van Toezicht

Wij zoeken twee nieuwe leden voor onze Raad van Toezicht. Wil jij deel uitmaken van ons betrokken team van toezichthouders en zo een waardevolle bijdrage leveren aan ons onderwijs? Lees dan verder…

De Raad van Toezicht bestaat op dit moment uit zes leden. In 2026 ontstaan er twee vacatures, door het aflopen van de zittingstermijnen. Daarom zijn wij op zoek naar twee nieuwe leden voor onze Raad van Toezicht. Het gaat om een lid met een onderwijsprofiel, dit lid zal ook deel gaan uitmaken van de commissie kwaliteit en het gaat om een lid met een hrm- en organisatieprofiel. Dit lid zal deel uit gaan maken van de remuneratiecommissie. 

De zittingsperiode van de leden van de Raad bedraagt vier jaar. Een lid van de raad kan maximaal twee aaneengesloten zittingsperioden deel uitmaken van de Raad. De startdatum is februari 2026.

Wat ga je doen?
Als Raad van Toezicht vinden wij het belangrijk dat leerlingen een waardevolle schooltijd beleven. Wij dragen daaraan bij door toezicht te houden volgens onze toezichtsfilosofie. Deze luidt als volgt: We houden op zelfstandige en onafhankelijke wijze toezicht op de algemene gang van zaken binnen Trinamiek en het college van bestuur in het bijzonder. De kernwaarden van Trinamiek geven, samen met onze toezichtvisie, richting aan het handelen van ons als raad van toezicht. Ons handelen staat in het teken van partnerschap, waarbij ieder vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen van de organisatie. Dat betekent dat wij niet alleen volgend zijn, maar ons ook proactief opstellen. Wij hebben nadrukkelijk gekozen voor een proactieve rol in de organisatie, met nadruk op het regelmatig monitoren van de onderwijskwaliteit en de doelmatigheid van de bestedingen. Dit doen wij met respect voor de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het college van bestuur als bevoegd gezag. Daarbij bevordert en ondersteunt de raad vooral dat het college van bestuur zelf zo goed mogelijk in control blijft.